Donkere weeën
Veel Arnhemmers doken de kelders in voor het gevaar wat zich buiten afspeelde. In het donker onder de grond begonnen ’s avonds op 18 september de weeën van de moeder van Rudi en later brak ook het vruchtwater. “Ze vertelde dat ze naar het ziekenhuis moest wat op loopafstand lag. Terwijl op dinsdagochtend een laatste poging werd gedaan door de Engelsen om verder op te rukken naar de brug, gingen mijn moeder, vader, en een beschermer van luchtaanvallen een, blokhoofd met een witte luier in de lucht van portiek naar portiek in de hoop aan te komen bij het Elisabeth’s Gasthuis”. Foto links: Gelders Archief
“Wat moet mijn moeder bang zijn geweest”. Daar aangekomen werd haar een kamer toegewezen. “De taal op de gang wisselde steeds van Duits naar Engels. Het was een grote chaos. Mijn moeder wilde rust, maar die kreeg zij niet”. Het Elisabeth’s Gasthuis lag middenin het strijdgewoel. Later die dag werd het ziekenhuis ingenomen en moesten de mensen die konden lopen naar het Diaconessenziekenhuis. Daar is haar dochter, en zus van Rudi, Jannie geboren. Vader Arie kwam in tranen de volgende ochtend op bezoek. “Hij moest Arnhem verlaten en ging richting Apeldoorn”.
Een tocht zonder einde
Verzwakt, alleen en net moeder moest Hester na twee dagen ook weg uit het Diaconessenziekenhuis. Ze werd naar een villa gebracht waar ook andere moeders waren. “Door een bombardement daar brak er paniek uit”. De reis ging verder naar Otterlo, maar ook hier kon Hester niet blijven. “Het Kröller Müller was het volgende onderkomen van mijn moeder. Ze raakte in de war en wist niet meer wat te doen”. Foto rechts: Museum als noodziekenhuis – Kroller Moller
Tijdelijk is Hester met dochter naar haar broer in Den Haag gegaan, maar veel kan zij zich hier niet van herinneren. Rudi graaft in de herinneringen van vroeger, toen zijn moeder nog leefde. “Het weerzien tussen mijn ouders… Mijn vader had mijn moeder gezocht en eindelijk na weken zoeken gevonden! Met een wasserijwagen is zij vervolgens naar Apeldoorn gegaan, waar mijn vader al een tijdje was”.
Veel vertelde de moeder van Rudi niet over de periode na de bevalling. Hoe het dagelijks leven eruit moet hebben gezien weet Rudi dan ook niet goed. “Wel weet ik dat mijn moeder erg verzwakt was en leed aan geelzucht. Ze had niet genoeg melk voor de baby en ging er iedere dag op uit om bij boeren in de omgeving wat melk te vragen. Uiteindelijk kregen ze ook onderdak bij een boer in Apeldoorn. Daar werd een bed van stro gemaakt en kon ze herstellen met flink veel vet eten”.
Tijdens hun verblijf in Apeldoorn vonden razzia’s plaats. Ook de vader van Rudi werd opgepakt en moest mee naar Duitsland om te werken. “Op 2 december werd hij op de trein gezet. Deze is onderweg gebombardeerd. Mijn vader was één van de twee overlevenden uit de twee coupés”. Te voet ging hij terug naar zijn vrouw en pasgeboren dochter.
Geruchten werden waarheid
Nederland werd bevrijd en iedereen wilde terug naar Arnhem. Hester, Arie en Jannie gingen ook terug. Terug naar een verwoeste stad. Veel was kapot geschoten en leeggeroofd. “Ook het huis van mijn ouders was gedeeltelijk vernield. Zij trokken in bij de zus van mijn vader die een eindje verderop in de Alexanderstraat woonde. Later kregen zij een eigen huis in Lombok”.
De Slag om Arnhem heeft veel impact gehad op het leven van duizenden Arnhemmers.
“Mijn vader was een man van weinig woorden en mijn moeder werd erg emotioneel bij het vertellen van haar herinnering”. Voor Rudi vallen hier en daar puzzelstukjes op zijn plaats bij foto’s en artikelen die hij met de jaren heeft gekregen en verzameld.